Laad- en losongeval
Volgens de wet moet de werkgever ervoor zorgen dat de werknemer zijn werk op een veilige werkplek kan uitvoeren. De werkplek kan een magazijn zijn, maar ook een loods of vrachtwagen. Dit betekent dat de werkgever ook aansprakelijk kan zijn voor ongevallen tijdens het laden en lossen.
Tijdens laad- en losongevallen zijn er drie veelvoorkomende scenario’s:
- Geraakt door een bewegend object: bij meer dan een kwart van dit soort ongevallen is (een onderdeel van) van het motorvoertuig betrokken. Daarnaast is vaak sprake van contact met bouwmaterialen of verpakkings- en opslagmateriaal.
- Val van hoogte: verreweg de meeste val-slachtoffers vallen van een onderdeel van een motorvoertuig (88%), waarbij vooral veel werknemers tijdens het laden en lossen van de laadklep vallen.
- Beknelling: bij dit soort ongevallen zijn vooral (onderdelen van) motorvoertuigen betrokken en zijn het vooral vrachtwagenchauffeurs die gewond raken. Het gaat dan om beknelling tussen de vrachtwagen en iets anders, of om beknelling tussen de laadklep of het portier. Daarnaast vallen er slachtoffers bij beknelling tussen bijvoorbeeld verpakkings- en opslagmateriaal.
Letselschade door lading die uit laadbak valt:
Een werknemer is aan zijn hoofd geraakt door een stang die uit de laadruimte van een vrachtwagen viel. De vrachtwagen was kort daarvoor door de chauffeur in de productiehal geparkeerd om te worden gelost. Het lossen brengt altijd risico’s met zich mee, aangezien er materiaal uit de vrachtwagen kan vallen. Naast een stang kan daarbij ook worden gedacht aan houten pallets, sjorbanden of gereedschap.
Daarbij loopt iemand die niet bij het inladen betrokken was, meer risico omdat hij niet weet hoe de laadruimte is ingericht. De werkgever had geen veiligheidsmaatregelen getroffen door bijvoorbeeld een veiligheidshelm beschikbaar te stellen. Wel staat vast dat de werkgever haar werknemers had verboden om bij los-werkzaamheden te helpen.
De werknemer was op de hoogte van dit verbod en had op afstand van de vrachtwagen moeten blijven. De werknemer geeft toe dat hij zich niet altijd aan dit verbod heeft gehouden
De rechter is van mening dat de werkgever onvoldoende toezicht heeft gehouden op een juiste naleving van de instructies en onvoldoende heeft gewaarschuwd voor het gevaar van het openen van de laadbak. De werkgever is dan ook aansprakelijk voor het ongeval.
Letselschade door val bij uitstappen vrachtwagen:
Een chauffeur stapt uit zijn vrachtwagen en valt in een lager gedeelte van het terrein. Dit gedeelte ligt 1,5 meter lager dan de weg en is afgeschermd met een muurtje van 25 centimeter hoog.
Volgens de werkgever had de chauffeur niet op de betreffende plek mogen parkeren, omdat daar een parkeerverbod gold. Elders op het terrein waren volgens hem voldoende parkeervakken. Bovendien bood het 25 centimeter hoge muurtje volgens de werkgever voldoende beveiliging.
In de praktijk werd op het parkeerverbod regelmatig een uitzondering gemaakt. Het parkeren op deze plek werd feitelijk geaccepteerd en toegestaan.
Volgens de rechter had de werkgever daarom moeten onderzoeken of het mogelijk was om de bewuste plek veiliger te maken. Was dat niet mogelijk, dan had de werkgever beter voor het gevaar moeten waarschuwen. Het muurtje van 25 centimeter is volgens de rechter niet voldoende om het risico op een val bij het uitstappen te voorkomen. De werkgever is aansprakelijk voor het ongeval.
Neem contact op
Laat uw arbeidsrechtelijke zorgen aan ons over. Neem nu contact op met Joosten Advocaten. We zijn er om u te helpen.
Bel 0800 55 444 56 of laat hieronder uw gegevens achter.