Werken op hoogte
Maar liefst 32 % van alle ernstige bedrijfsongevallen komt voort uit vallen. Met name vallen van hoogte zorgt voor ernstige letsels. Bijvoorbeeld van een trap, ladder, steiger of van een vrachtwagen tijdens het uitladen.
Op een werkplek boven de 2,50 meter is sprake van werken op hoogte en bestaat er een verhoogd risico op ongelukken. De werkgever moet voldoende maatregelen treffen om dit risico zoveel mogelijk te beperken. Hij moet een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer aanbrengen of het valgevaar tegengaan door het aanbrengen van hekwerken of leuningen.
Steiger
Het werken op steigers brengt allerlei gevaren met zich mee en daarom is de werkgever volgens de Arbowet verplicht om veilig materiaal beschikbaar te stellen.
Dit betekent niet alleen dat alle onderdelen in orde zijn, maar ook dat de steiger op een veilige wijze wordt opgebouwd door werknemers met een specifieke opleiding. Dit moet onder leiding van een deskundig en bevoegd persoon gebeuren. Verder moet de werkgever er op toezien dat het personeel de steiger op een juiste wijze gebruikt. Hierover moet hij duidelijke instructies en voorlichting geven.
De belangrijkste regels voor het gebruik van een steiger zijn:
- Tijdens het verplaatsen van een steiger mogen zich geen personen of materialen op de steiger bevinden.
- Een steiger mag niet worden gebruikt boven windkracht 6.
- De werkhoogte van de steiger mag niet worden verhoogd door bijvoorbeeld een hulpsteiger of een trap.
- De steiger mag niet worden gebruikt als toegang tot andere constructies.
- Op de steiger zijn geen hijswerktuigen toegestaan, tenzij er een berekening is gemaakt en zo nodig extra stabiliteitsvoorzieningen zijn aangebracht.
- Tussen een steiger en een gebouw mag alleen een overbrugging worden gemaakt als het risico op valgevaar en instabiliteit is afgedekt.
- Een rolsteiger moet altijd via ladders binnen de rolsteiger worden betreden of verlaten.
Letselschade door rolsteiger:
Een werknemer krijgt opdracht om boeiboorden te bevestigen aan de achterzijde van een loods. Om de boeiboorden aan te brengen wordt een rolsteiger gebruikt.
Die ochtend is aan de werknemer niet verteld hoe hij de rolsteiger moet opbouwen. De werkgever ging er vanuit dat de werknemer dit wist. De rolsteiger stond al opgebouwd in de loods en de werknemer hoefde deze alleen te verplaatsen naar de betreffende werkplek. Op de werkplek werd niet meer gekeken of de rolsteiger op de juiste wijze was neergezet.
De werknemer stond op de rolsteiger, die hij zelf op de rem had geplaatst. Toen hij zich naar rechts draaide om iets van het werkbordes te pakken stapte hij mis tussen de muur en het werkbordes. Met zijn linkervoet probeerde de werknemer het evenwicht te herstellen en duwde hij de rolsteiger weg. Vervolgens viel hij tussen de muur en de steiger.
De rechter is van mening dat de werkgever concrete instructies had moeten geven. Niet alleen omdat het werken op steigers gevaarlijk is, maar ook omdat het algemeen bekend is dat werknemers door de routine niet altijd voorzichtig zijn. De werkgever is aansprakelijk voor het ongeval.
Ladder
Het gebruik van ladders en trappen als werkplek moet zoveel mogelijk worden beperkt. Trappen en ladders worden alleen gebruikt wanneer slechts voor korte duur op hoogte hoeft te worden gewerkt en het risico op vallen heel klein is of wanneer het op de werklocatie niet mogelijk is om een veiliger arbeidsmiddel (bijvoorbeeld een steiger) te plaatsen.
Tijdelijke werkzaamheden op hoogte mogen alleen worden uitgevoerd wanneer de weersomstandigheden geen gevaar opleveren voor de veiligheid van de werknemer.
Ladders en trappen mogen alleen worden gebruikt op een stabiele, onbeweeglijke ondergrond. Om te voorkomen dat de ladder wegglijdt moet de boven of onderkant van de ladderbomen worden vastgezet.
De werkgever is verplicht om de ladder periodiek te laten keuren. Deze keuring is bedoeld om slijtage, veroudering of verslechtering van de ladder tijdig op te sporen. In het Arbobesluit is minimaal één keuring per jaar als richtlijn gegeven.
Wanneer u als werknemer letsel oploopt als gevolg van een val van hoogte, is de werkgever al gauw aansprakelijk.
Letselschade door val van huishoudtrap:
Een interieurverzorgster loopt ernstig letsel op tijdens het schoonmaken van de ramen van een restaurant. Om het vuil in de hoek van het raam weg te halen, is zij op het bovenste plateau van een huishoudtrap gaan staan en heeft zij naar het vuil in de hoek gereikt. Tijdens dit reiken is zij uit balans geraakt en gevallen. Zij kwam daarbij met haar bovenlichaam op een eettafel terecht.
De huishoudtrap was deugdelijk en veilig, maar niet bedoeld voor werkzaamheden waarbij ver gereikt moet worden. De trap was hiervoor niet stabiel genoeg. De werkgever verklaart dat hij de interieurverzorgster had verboden om bij het lappen van de ramen de huishoudtrap te gebruiken en dat hij haar had geïnstrueerd om een uitschuifbare stok met zeem te gebruiken.
Omdat de werkgever niet kan bewijzen dat hij inderdaad duidelijk en herhaald deze instructie heeft gegeven, is hij volgens de rechter aansprakelijk voor het ongeval.
Glazenwasser loopt letselschade op:
Een glazenwasser valt van een hoogte van vier à zes meter naar beneden, wanneer hij op de ladder naar links reikt om een spinnenweb aan zijn linkerhand weg te vegen. Op dat moment glijdt de ladder naar rechts weg. Hij loopt ernstig letsel op aan zijn elleboog en hielbeen.
De Arbeidsinspectie constateert geen overtreding van de Arbowet. Volgens de rechter is de werkgever toch aansprakelijk voor het ongeval, omdat hij geen ladder met stabiliserende voorzieningen, zoals een antislipplaat, stabilisatorstang of boomverbreders beschikbaar heeft gesteld, terwijl hij wist dat de glazenwasser op hoogte moest werken.
Volgens de rechter had de werkgever het risico op valpartijen met deze voorzieningen eenvoudig kunnen verkleinen.
Neem contact op
Laat uw arbeidsrechtelijke zorgen aan ons over. Neem nu contact op met Joosten Advocaten. We zijn er om u te helpen.
Bel 0800 55 444 56 of laat hieronder uw gegevens achter.